
Bij het wachten op de bus bekijken we al even de rododendron.
Het nummerplaatspel wordt gespeeld. Het gaat als volgt: gebruik de letters op de nummerplaat als eerste letters van een woord en maak hiermee dan een zin. een voorbeeld. 1-IKW-25: ik wil fietsen.

We stappen af op de Augustijnslei, de straat van de hoofdschool. Aan de post. We wandelen langs de Bredabaan waar ze aan het werken zijn. Via de kerk het park in. De speeltuin wordt heraangelegd.
Aan de hertjes even fruitpauze.
Om half 11 begint het toneel: Zepp.
Na het toneel zoeken we een picknickweide. We eten wat vroeger zo dat we zeker kunnen voetballen en spelen.
Pixie komt nog even op bezoek.

![]() |
de meikever |
In de regen gaan we dan op pad naar het zwembad. We kunnen in de hal ons opwarmen en wachten op de andere leefgroepen. Die echter niet komen... Nu zitten we met een probleem. Wie gaat mee in de kleedkamers? Wie begeleidt de zwemmers? We zoeken een oplossing met Tania, de mama van Sam. Samen in één kleedhokje, samen in één zwembaan en iets langer zwemmen.
Na het zwemmen moeten we de bus ook nog bellen...
Een bewogen dag!
![]() |
Daar worden we moe van! |
De bloemen en planten van de dag
![]() |
de bloemknop van de rododendron |
![]() |
de bladknop van de rododendron |
![]() |
de rododendron in bloei |
![]() |
de plataan met zijn legerbroekje aan met op de stam de klimop. |
![]() |
de kastanje |
![]() |
de azalea |